Praktische gebruiksinformatie voor DMR+ beginners Deel 2

StarthereHet gebruik van Reflectoren

Op Tijdslot 2 (TS2) worden twee Talkgroups (TG’s) gebruikt, TG9 Lokaal en TG9990 – Echo. Ongeacht van welke TG er via TS1 wordt gebruikt, worden de gesprekken via de overige repeaters op het netwerk via TG9 weergegeven als “lokaal”. Dit vereenvoudigd de programmering van apparatuur, omdat het aantal te programmeren kanalen per repeater op TS2 via een enkele TG plaats vind.

Het gebruik van reflectoren op TS2 heeft een duidelijk voordeel ten opzichte van de talkgroups op TS1. Er worden geen gesprekken verstoord of onderbroken door het gelijktijdige gebruik van TG’s. Wanneer repeaters door middel van reflectoren zijn gekoppeld, worden alle gesprekken welke hierop gaande zijn via TG9 weergegeven.

Binnen het huidige netwerk worden reflectornummers weergegeven door middel van 4 cijfers (numerals). Een aantal voorbeelden van regionale reflectors zijn 4501 voor Noord Nederland en 4502 voor Midden Nederland. Een volledig overzicht van wereldwijd beschikbare reflectoren kan gevonden op hamdigitaal.nl, samen met nog heel veel meer praktische informatie over de digitale modes.

Wanneer een bepaalde reflector niet meer in gebruik is, wordt aangeraden deze door middel van de entry “4000” af te koppelen. Bij het aan- en afkoppelen van reflectoren is er in de meeste gevallen sprake van een kleine vertraging. Deze kan varieren tussen de 15 en 30 seconden. Tijdens het opbouwen van de verbinding is deze wel al zichtbaar op het DMR+ dashboard.

Belangrijk: Het gebruik van reflectoren is uitsluitend mogelijk op Tijdslot 2 (TS2), door middel van TG 2-9.

Hoe werkt de aan- en afkoppelling van reflectoren
Met een DMR porto of mobielset gebeurd dit door middel van “Contact / Manual Dial”. Verder kunnen de reflectoren in de contact list worden geprogrammeerd als zijnde “Private Call” in plaats de gebruikelijke “Group Call”. Het gewenste reflectornummer kan door middel van “Manual Dial” worden ingevoerd. Het is aan te bevelen om voor gebruik de user manuals van de betreffende apparatuur op hoofdlijnen door te nemen voor wat betreft dit soort basisbediening.

Na het intoetsen van het gewenste reflectornummer kan de verbinding worden gemaakt door middel van de PTT toets. Hierdoor wordt de reflector verbonden met de repeater. Er volgt een gesproken bevestiging “Connected to Reflector”. Als de repeater al verbonden was met een een andere reflector, dient deze eerst door middel van “4000” ontkoppeld te worden. Hierna volgt een gesproken bevestiging “Reflector Disconnect”.

Op de meeste repeaters is een standaard reflector ingesteld, meestal voor de betreffende regio . Nadat het QSO is afgelopen wordt de repeater met een eveneens ingestelde interval teruggezet op deze standaardreflector. Met de entry “5000” kan worden gecontroleerd met welke reflector een repeater is verbonden.

Belangrijk: Nadat een reflector gekoppeld is, kan via TG 2-9 het QSO worden gevoerd. Controleer dat het apparaat dan niet meer in de keuze (dial) mode staat.

Bronvermelding (deels): HAM-DMR.DE
PA1V / PA3DFI

(Noot van de redactie: beide documenten in pdf zijn te vinden “bestanden, algemene informatie”)

Comments are closed.