sep 25

Misverstand over groeiend aantal DMR gebruikers

DMRpluslogoDe laatste weken hoor ik berichten over snel groeiende aantallen van DMR gebruikers. Natuurlijk groeit het aantal DMR gebruikers gestaag vooral door de voor radioamateurs “goedkope” instapmodellen van portofoons en mobilofoons. Toch is er nog iets anders aan de hand. Door de centralisering van de aanvraag van een CSS7 ID’s wordt er vanaf dit weekend verplicht gebruik gemaakt van één ID. Dit ID bestaat uit een land (204), regio (1) en volgnummer (037). In mij geval dus 2041037.
Dit ID wordt aangevraagd voor DMR maar ook voor DStar. Hierdoor treedt “vervuiling” op van de contactlijsten die in een codeplug worden ingevoerd. Er worden immers ID’s aangemaakt door Dstar gebruikers die wellicht nooit op DMR zullen uitkomen. Dit is ook terug te vinden als je de contactlijst in de codeplug van Carel PA3EHA vergelijkt met deze lijst die het werkelijk aantal gebruikers van DMR aangeeft. Een verschil van meer dan 300 gebruikers. Tijd dus om na te gaan denken over een andere invulling van de contactlijst in de codeplug. Het zou mijn voorkeur hebben om alleen de actieve DMR gebruikers hierin op te nemen. Dit scheelt tijd en onze contactlijst in de codeplug loopt minder snel vol.
Registratie CCS7

sep 19

Achter de schermen in DMR land

De laatste tijd is er achter de schermen een hoop gebeurd in DMR land.

Sinds PI1SPA uit Spakenburg deel uitmaakt van het DMRplus netwerk en Raphael PD0RAF en Rudy PD0ZRY (sysops van PI1SPA) daardoor inzicht kregen in het reilen en zeilen binnen het DMR netwerk en de werking van de Hytera repeaters, hadden zij het idee om oude WRAP boards in te zetten voor het DMR netwerk.

DMR_red_box

Alle DMR plus repeaters in Nederland worden op korte termijn voorzien van een beveiligde verbinding met de master server. (ondertussen zijn er al aardig wat repeaters voorzien met het RAF/ZRY board;) ) Dit bied naast het vanzelfsprekende beveiligingsaspect ook meteen enkele andere voordelen voor zowel de repeater beheerders als de netwerk beheerders, en uiteindelijk meer stabiliteit voor de repeater gebruikers.

Iedere repeater die via het internet is verbonden krijgt dit WRAP board waarop Debian draait (Linux) die  een open VPN verbinding opbouwt met de master server. Voor repeaters met een HAMnet verbinding is dat niet nodig omdat deze al een beveiligde verbinding met de server hebben.

Raphael PDØRAF stuurt stap voor stap aan alle beheerders dit stukje hardware op dat ze tussen de
repeater (welk merk dan ook) en een willekeurige internetverbinding kunnen aansluiten.
Hierdoor hoeven er geen poorten meer in firewalls, modems en routers te worden open gezet.
Of andere ingewikkelde dingen die nog al eens voor problemen zorgde bij bijvoorbeeld bedrijven of op beurzen.

De inrichting van het VPN netwerk wordt gedaan door Paul PE1RJV en Rudy PDØZRY.
Als alle repeaters zijn overgezet is trouble shooting van het netwerk ook makkelijker geworden door
uitgebreide monitorings mogelijkheden. En zoals aangegeven is het beveiligd tegen kwaadwillende en niet
meer mogelijk om via internet de repeaters te beïnvloeden. Ook maakt deze verbindingsmethode het mogelijk om in de nabije toekomst op afstand software updates uit te voeren. Wat met name handig is voor repeaters die fysiek lastig te bereiken zijn. Omdat alle repeaters straks allemaal in het zelfde netwerk zitten, ongeacht of ze via HAMnet of internet zijn verbonden, zal de audio ook minder last hebben van ́obstakels ́ als NAT routing. Dit zal naar verwachting enige winst in de stabiliteit opleveren.

Op de NL master zijn de repeaters die al over zijn gezet te herkennen aan een IP adres dat met 10. begint. Repeaters die op HAMnet zitten (herkenbaar aan 44.137. ip adressen) en PI1SPA behouden hun huidige IP adres omdat die al in een beveiligd netwerk zaten.

bron: http://veronamersfoort.nl
DMR NL monitor pagina: http://veronamersfoort.nl/dmr/

UPDATE 22-sept-15, 21:55:
Door de beheerders is besloten om de in de afgelopen dagen geposte commentaren niet meer zichtbaar te hebben onder deze post, omdat de gevoerde discussie niet aan de doelstelling van hamdigitaal.nl voldoet. 

sep 17

Nieuwe Beta Firmware DVMEGA

Transceiver_ProtoGuus, PE1PLM laat weten dat er nieuwe firmware beschikbaar is voor de DVMEGA. De DVMEGA kan worden aangestuurd door het DV4 Contol Panel die we inmiddels kennen van de DV4mini. De firmware ondersteunt D-Star en DMR en is beschikbaar in aparte Hes bestanden. System Fusion implementatie staat als volgende stap op de agenda. Als C4FM werkt zullen alle modes worden ondergebracht in één software versie. De mode kan nu geselecteerd worden via het DV4 Control Panel. De firmware is beschikbaar voor de Arduino MEGA, DVMEGA. De RasberryPi Radio versie komt beschikbaar als alle 3 de modes beschikbaar zijn. Als je de Beta firmware wilt testen neem dan contact op met Guus via zijn website. De website vind je hier!
AMBE3000_LF

aug 28

Quality modes

ElectronBron: Veron Electron
auteur Remco PE1PIP

Digitale spraak
Digital Mobile Radio (DMR), deel 1

Tait

Een (trunking) ‘tier 3’-porto van het merk Tait (foto: Zuixo)

DMR is de tweede digitale mode in Nederland waarvoor er een netwerk is gekomen. Het grote succes van digitale spraakmodes voor VHF en UHF lijkt in hoge mate bepaald te worden door de aanwezigheid van zo’n netwerk. Voor D-STAR, waarvoor als eerste in Nederland een netwerk is opgezet, was het in het begin niet mogelijk dingen zelf te bouwen. Inmiddels is dat bij D-STAR veranderd, maar DMR bevindt zich op dit moment nog in het stadium dat er vooral met gekochte apparatuur en repeaters gewerkt wordt. DMR heeft, net als D-STAR eerder, een spectaculaire groei doorgemaakt. En om de paar weken komen er nog steeds nieuwe repeaters bij; recent onder andere in Bunschoten-Spakenburg en in Nijverdal. Er is een goede website met veel informatie over onder andere de netwerkuitbreidingen bij DMR: http://www.hamdigitaal.nl , beheerd door Peter PA3PM.
Digital Mobile Radio (DMR) is een standaardvan het European Telecommunications Standards Institute (ETSI), een club van fabrikanten van apparatuur en leveranciers van netwerkdiensten, van overheden en toezichthouders, en ook van eindgebruikers op het gebied van telecommunicatie. Het goede nieuws is dat de ETSI-standaarden voor DMR, TS 102 316 delen 1 t/m 4 en TS 102 398, niet alleen vrij beschikbaar zijn, maar ook gewoon gratis te downloaden van de ETSI-website. Wel zitten er in DMR meerdere patenten van Motorola, waardoor een potentiele fabrikant hierover met dat bedrijf moet onderhandelen. Op de website van de DMR Association zijn de links naar de vijf delen van de standaard handig verzameld, zodat je ook niet lang hoeft te zoeken naar informatie. DMR kent drie lagen (‘tiers’); de eerste betreft een digitale variant van PMR446, de tweede is DMR voor gebruik waarvoor een licentie nodig is. Bij tier 3 wordt trunking geïntroduceerd. In Nederland wordt er door zendamateurs vooral geëxperimenteerd met DMR tier 2. De DMR-standaard gaat veel verder dan spraak alleen. Met de standaard kunnen ook gegevens worden verstuurd. De keuze voor de AMBE+2 vocoder, een nieuwere variant van de vocoder die ook in D-STAR gebruikt wordt, is een onderlinge afspraak tussen fabrikanten om uitwisselbaarheid te kunnen garanderen. Meerdere apparaten kunnen via softwarelicenties overigens ook voorzien worden van andere vocoders, bijvoorbeeld CELP.

TDMA
DMR tier 2 schrijft het gebruik van Time Division Multiple Access (TDMA) voor. Een zendontvanger (mobiel station in DMR termen) wordt geacht hooguit de helft van de tijd te zenden (als er wat te verzenden is), en de andere helft van de tijd te ontvangen. Ieder tijdslot duurt 30 ms. Bij tier 2 is er sprake van repeaters, en dankzij de TDMA heeft een repeater de beschikking over twee kanalen op zowel in- als uitgang. Het gevolg daarvan is dat er twee gesprekken tegelijk plaats kunnen vinden over een repeater. Alle in Nederland gebruikte DMR-repeaters kunnen twee gesprekken tegelijk doorgeven, waarbij het ene tijdslot meestal voor lokale gesprekken beschikbaar is, en het andere voor netwerkverkeer. Vanwege de TDMA moeten de stations dus heel snel schakelen tussen zenden en ontvangen: binnen 2,5 ms. Dit is behoorlijk rap, en niet haalbaar met een relais. Een DMR-zendontvanger of losse eindversterker moet dus gebruik maken van PIN-diodes als zend-ontvangschakeling.

Bursts, frames en superframes
Binnen DMR bestaan, net als bij de meeste digitale spraakmodi, verschillende soorten pakketten, die overigens bursts worden genoemd. Naast spraak-bursts zijn dat headers voor voice, headers voor data, data bursts en afsluitende bursts voor spraak of data. Een burst duurt 27,5 ms en bevat 216 bits aan data en 48 bits aan synchronisatie-informatie. De 216 bits data (payload) is voor spraak opgedeeld in drie 72-bits vocoder frames. Tussen twee bursts met data (voice) kunnen repeaters een korte burst van 2,5 ms uitzenden met daarin onder andere informatie over de beschikbaarheid van de kanalen. Voor spraak kent DMR ook nog superframes. Superframes zijn eenheden van 360 ms aan spraak, dus 6 bij elkaar horende bursts van 60 ms spraak. Door de compressie wordt iedere 60 ms aan spraak in 27,5 ms uitgezonden. Per superframe is alleen het eerste frame van synchronisatie-informatie voorzien. In een superframe worden de bursts genummerd van A tot en met F, waarbij A dus de enige burst is die voorzien is van synchronisatie-informatie.

Hytera PD785 electron

De bekende Hytera PD785 DMR ‘tier 2’-porto (foto: Oliver Gottlob DL1OLI)

Synchronisatie
Op een punt wordt in de standaard wel gesproken over frames in plaats van bursts, en dat is bij de synchronisatie. In ieder serieel protocol is er synchronisatie nodig om het begin van een frame te kunnen herkennen. In het geval van TDMA is er nog het punt dat als twee mobiele stations die elkaar niet kunnen waarnemen om de beurt moeten zenden, de repeater moet aangeven welk tijdslot wanneer begint. Bij DMR is niet iedere burst, maar wel ieder frame voorzien van synchronisatiebits. Het bijzondere is dat deze bit-patronen niet aan het begin van de burst zitten, maar in het midden. Bovendien hebben de synchronisatiepatronen een betekenis; er zijn aparte patronen voor verschillende soorten data en spraakframes. Dit alles heeft bijzondere implicaties. Een ontvanger moet maar beginnen met de gegevens te decoderen als er iets binnen komt. Als dan halverwege de synchronisatie binnen komt, kan gevalideerd worden of die klopt, en zo ja, kan bepaald worden wat voor data of spraak het in dit geval betreft.

(wordt vervolgd in de Electron van september 2015)

Remco Post PE1PIP